'Slapende' forensische onderzoekers ingezet bij een calamiteit, ramp of aanslag

Leden van het Landelijke Team Forensische Opsporing (LTFO) van de Nederlandse politie konden gisteren voor het eerst onderzoek doen naar de slachtoffers van de vliegramp in Oekraïne. Het team moest lang in Kiev wachten voor het van de separatisten in het oosten van het land toestemming kregen om aan te slag te gaan. Het identificeren van de lichamen van de 193 Nederlanders gebeurt waarschijnlijk in Nederland.



Het LTFO bestaat uit drie teams die bij de oprichting van de Nationale Politie werden samengevoegd. Onder hen is het voormalige Rampenidentificatieteam. "Het is in praktijk een slapend team", legt politiewoordvoerder Ed Kraszewski uit. "In normale omstandigheden bestaat het niet, op een vaste kern van drie mensen na. Zij zorgen in Driebergen voor de uitrustingen, opleidingen en trainingen. Het team wordt bij een grote calamiteit, ramp of aanslag met een druk op de knop opgeroepen."



De leden van het LTFO doen dit werk zodoende naast een reguliere baan. "Ze zitten door heel Nederland en werken niet alleen bij de politie. Sommigen zijn lid van de marechaussee, maar anderen werken bijvoorbeeld als particuliere tandarts. Afhankelijk van hun specialiteit worden ze opgeroepen. Zoals bij de brand bij het chemische bedrijf in Moerdijk, de schietpartij in Alphen aan de Rijn of de vliegtuigcrash van Turkish Airlines. Ook bij verkeersongelukken zijn ze soms nodig. Als bijvoorbeeld een auto met inzittenden totaal uitbrandt. Bij rampen in het buitenland kunnen ze ook worden ingezet, zoals bij de tsunami in Azië."



Het LTFO bestaat uit een diverse ploeg van 150 tot 160 mensen met verschillende specialiteiten. "Er zijn bijvoorbeeld specialisten voor bommen en explosieven. Uiteraard ook voor identificatie van lichamen. Sommige leden doen dit voor hun normale werk ook. Alleen gaat het voor het LTFO vaak om meer slachtoffers, in plaats van de normale één of twee per week. De omstandigheden en het aantal maken het anders. Zwaar vooral."



Vooral in het buitenland moeten de LTFO-onderzoekers improviseren, stelt Kraszewski. "Je beschikt dan niet over de fantastische middelen en faciliteiten zoals in Nederland." De tsunami was qua aantallen met stip de zwaarste klus voor het LTFO. "De vliegramp in de Bijlmer was ook een grote. En de vliegcrash in Tripoli en die van Turkish Airlines. We werken bij veel rampen, maar qua slachtoffers zijn deze een stuk kleiner."