Rotterdam gaat top honderd jeugdcriminelen hard aanpakken

Kopstukken -



Ook zusjes en broerjes van jonge criminelen krijgen extra begeleiding

Eén op de twintig Rotterdamse jongeren is verdachte geweest van een strafbaar feit en dat is twee keer zoveel dan het landelijk gemiddelde. Daarnaast blijkt dat de meeste overvallers onder de 24 zijn. Reden genoeg dus voor burgemeester Ahmed Aboutaleb en Jeugdwethouder Hugo de Jonge om vandaag met een programma te komen dat zich speciaal richt op jongeren die de fout in gaan. Het aanpakken van honderd zogenoemde 'kopstukken' per jaar én hun broertjes of zussen vormt daarvan de kern.



Kunt u uitleggen wat de kopstukkenaanpak is?

Kopstukken zijn de zwaardere criminele en overlastgevende jongeren tussen de 12 en 23 jaar. Ze zijn dominant en opvallend aanwezig in hun wijk. De overlast die ze veroorzaken heeft veel impact op andere wijkbewoners. Ze worden door justitie, gemeente en zorgpartners hard aangepakt. Vastpakken

en niet meer loslaten is het uitgangspunt. Aan ieder 'kopstuk' worden duidelijke grenzen gesteld. Tot hier en niet verder is het motto. Voor iedere overtreding van de wet wordt dan ook een straf opgelegd.



Gaan broertjes en zusjes van criminele jongeren eerder het verkeerde pad op dan andere jongeren?

Uit onderzoek blijkt dit helaas wel. Dat willen we voorkomen met deze nieuwe aanpak. Ze moeten uit dat slechte milieu van hun foute broer of zus blijven. Zo draai je de kraan van de overlast echt dicht. Je moet dan denken aan de inzet van opvoedhulp, psychische hulp of extra begeleiding van het Centrum voor Jeugd en Gezin.



Waarom worden die ouders niet aangesproken?

De ouders blijven natuurlijk als eerste verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Als het ze niet lukt kunnen ze geholpen worden. Dat kan vrijwillig maar als het moet ook gedwongen. Ze worden verplicht om hulp te accepteren wanneer de ontwikkeling van hun kind gevaar loopt. Uitkeringen

kunnen daarvoor zelfs worden stilgezet. En ouders moeten trouwens altijd verplicht mee naar de rechter.



In uw brief aan de raad noemt u de invloed van social media groot. Kunt u dat toelichten?

Jongeren gebruiken social media om op de hoogte te blijven van andere jongeren en om zichzelf te profileren. Meer dan ooit trekken jongeren in groepen van wisselende samenstelling met elkaar op en gebruiken social media om af te spreken. De samenstelling van de jeugdgroepen wordt daarmee

diverser en 'losser'. De politie volgt deze jongeren dan ook goed op internet. Zo worden er bijvoorbeeld regelmatig mensen aangehouden die bedreigingen uiten op Twitter of andere social media.



De afgelopen maanden heeft u wekelijks een column geschreven in deze krant. Hoe is dat bevallen?

Dat is me zeer goed bevallen en na de vakantie wil ik zeker blijven schrijven. Het is een mooie manier om met enige regelmaat te delen met Metrolezers wat ik meemaak. En af en toe eens een prangende vraag te beantwoorden. Ik ben daarom blij dat ik met Metro heb kunnen afspreken om na de zomer de draad weer op te pakken.



Tot slot. De vakantie staat voor de deur. Wat gaat u doen?

Dit jaar blijf ik vooral in eigen land. Misschien gaan we nog een weekje naar de zon, maar ik wil vooral in en rond de stad zijn. Er zijn gelukkig weer genoeg festivals in Rotterdam. Dus wie weet kom ik de lezers van mijn column daar nog wel tegen!